Zondag 10 februari - zondag 17 februari 2013
Berg- en woestijnweek in in het zuiden van Marokko
Met een groepje van 10 landden we zondag in Marrakesh. Geluk aan de grenscontrole want quasi geen wachtrij. Gids Oumar, brede glimlach want Anneke was erbij, bracht ons dan naar Riad Omar in het centrum van de Medina. Linde kwam ondertussen ook aan, via Parijs. Elly en Jan, een paar dagen vroeger voor bezoek aan Marrakesh waren reeds ingeburgerd in de riad. Eerst thee en de kamers verdelen, gevolgd door een leuk diner, klassieke hapjes en dan de tajine, gevolgd door fruit en thee.
Walter Govaerts, Aartselaar
De volgende ochtend vroeg op, want er wachtte ons een lange busrit. Na een hele tijd zigzagbergop een theestop in een bergdorpje, waar we reeds een idee kregen van de Marokkaaanse gewoonten. Aan de ingang van het theehuis hingen stukken schaap en geit te koop, daarnaast stond een fruitkraam met daarvoor een rokende truck met draaiende motor. Even verder stopt een taxi, waaruit zes mensen stappen, de zieke baby op de arm van een vrouw niet meegerekend. Dit alles gemengd met de geur van steenkoolvuurtjes. De inwoners kijken niet op van toeristen, want ondertussen stopt er nog een autobus voor de deur. Kortom een drukte in het eenstratig dorpje. Maar we moeten verder; de Tich ’n Tichkapas over. Sneeuw op de bergtoppen. Dooreengeschommeld stoppen we in Ouarzazate voor de lunch in een mooie zaak (met zwembad – waarin geen Marokkaanse schonen te bewonderen zijn). Lekkere groentenschotel, gevolgd door een tajine en fruit als dessert. Na weer enkele uren rijden bereikten we Zagora, waar we even verder aan het einde van de asfaltbaan dienden over te stappen in 4 x 4’s. Met een macho Marokkaan aan het stuur ging het verder over de zandweg tegen 95 km/u. Na een klein uurtje bereikten we ons tentenkamp aan de voet van de bergen. Drie dromedarisdrijvers en kok Mohammed keken een beetje nieuwsgierig onze richting uit. Avondmaal bij kaarslicht, was een soepje gevolgd door een tajine en fruitdessert, vergezeld - jawel - door een wijntje.
De volgende ochtend gingen we op pad, dertien Ronsers - 3 mannen en 9 vrouwen -, gidsen Oumar en Anneke, drie dromedarisdrijvers, een kok en 8 dromedarissen, beladen met tenten, matrasjes, tafels en stoelen, kookgerief, voedsel en drank voor enkele dagen, onze bagage, enz. Bij het opladen lieten de dromedarissen duidelijk hun ongenoegen blijken met geluiden die het midden hielden tussen klagen en brullen. Direct bergop de pas over, met mooi uitzicht boven. We kwamen in een berglandschap terecht met enkel stenen en hier en daar een solitaire struik. Na een tijdje in dit steenlandschap rondgestapt te hebben, verscheen zowaar een palmoase. Het werd nog mooier als bleek dat onze lunch daar wachtte. Na een kleine sieste, gingen we door een prachtige uitgedroogde rivier en kwamen we na enkele uren bij ons tentenkamp. Onderweg had onze kok de 3 geitjes van een passant te licht bevonden voor consumptie. Na de tajine nog even de prachtige sterrenhemel bewonderd en dan vroeg onder zeil. Twee dames waren zo moedig onder de blote hemel te slapen.
We werden gewekt door de geur van pannenkoeken. Na de inpak volgde een lange wandeling door een bergachtige steenwoestijn; dan urenlang een plateauvlakte met stenen. Rond de middag meldde Oumar dat we zouden eten onder de grote bomen, maar die waren dan nog zo klein. Mohammed had daar nochtans weer een prachtlunch klaarstaan. Temperatuurtje van rond 30 °C. Dan ging het richting grote duinen (Bougarn); een spurtje van Linde en Annemie tot de hoogste top. Beignets à volonté als laat vieruurtje, die daarna weinig plaats lieten voor de tajine. Die avond werd er nog gefilosofeerd over de grote beer (staart eerst omlaag en daarna omhoog (?)).
De volgende ochtend eerst een ‘dikke pannenkoeken’ ontbijt. Dan startten we door de zandduinen, gevolgd door een enorme steenvlakte. Hier werden de fossielenverzamelaars verwend (Stefan zijn rugzak woog een stuk zwaarder). Lunch onder een eenzame boom, terwijl een tiental dromedarissen voorbijparadeerden. Dan een waterput in zicht. Tijd voor de dromedarissen voor een uitgebreide borrel en voor ons voor een verfrissend watergevechtje. Tussen de duinen een beetje verder wachtten onze tenten (duinen en vallei van Nâm). Onder de sterrenhemel werd het avondeten buiten geserveerd. Daarna werd daar dan ook het brood voor de volgende dag gebakken op berberwijze. Nadien volgden liedjes bij het vuur, Berberliedjes afgewisseld met ons ‘gezang’. Het succesnummer was zonder twijfel ‘vamos a la playa’ van showman Mohammed 2. Het getrippel rond de tenten ’s nachts bleek van een voorbijtrekkende groep ezels te komen. Gelukkig hadden de buitenslapende dames hun domein afgezet met stoeltjes.
Vandaag beignets als ontbijt. Echte duinenwandeling nu; zand tot aan tegen de knieën soms. 's Middags bracht een boom weer wat schaduw voor de lunch. De ‘keukendromedaris’ had echt wel zin om te komen mee-eten. Het laatste stuk van de wandeling ging door een palmbomenbos. Dan kwamen we ineens in de bewoonde wereld, in het dorp Oulad Driss, waar we in camping’ La rose de sable’ logeerden. De liefhebbers konden een wandelingetje op de dromedarissen doen. Douche en dan diner met de drijvers en kok als afscheid.
De volgende dag wachtte weer een lange busrit naar Marrakesh. Even een halte in Tagounite voor een rondleiding in de oude stad (spijtig dat de beroemde koranbibliotheek gesloten was). Lunch aan hetzelfde zwembad in Ouarzazate. Vrij laat kwamen we aan in Marrakesh voor diner en terug een gewoon bed. De volgende ochtend lieten we ons tijdens de voormiddag door Marrakesh loodsen. Daarna moesten we terug naar het vliegveld, afscheid van Oumar en Marokko.
Wat mij speciaal bijblijft zijn de diverse geluiden van de dromedarissen. Het was een tof gezelschap om een week mee op stap te zijn. Al bij al een leuke onderbreking van de winter. Smaakt naar nog (maar tajine hoeft even niet).