25-26 januari 2014
Rugzaktrektocht Oostkantons - Ovifat (Hoge Venen)
Zaterdagmorgen, even voor 6u00, trek ik in Gent de voordeur dicht en stap ik te voet naar het station. Het is nog donker, maar in het park fluiten de vogels alsof het lente is. Na een treinrit met ontbijt en nog een dutje kom ik om 8u45 aan in Eupen. Tijdens de aansluitende busrit zie ik vanaf Baraque Michel reeds een mooi laagje sneeuw liggen: dat belooft!
Johan Vereecke, Gent
Om 9u45 is er nog maar weinig leven te bespeuren aan de kerk van Elsenborn, maar dat verandert snel: tegen 10u15 is een troep Ronsers met verschillende voertuigen gedropt en na een korte briefing gaan we op stap. De Leider zorgt echter voor een eerste oponthoud wanneer hij, na amper 500 m stappen, verrast wordt door een ijzelplek en bij zijn val een Volgeling kwetst met zijn wandelstok: bloedsporen in de sneeuw…
De tocht langs het meer van Robertville verloopt zonder incidenten: dankzij de lage waterstand bereiken we zonder natte voeten de stuwdam. De Leider overweegt nog om de kortste weg dwars doorheen een wellness-hotel te nemen, maar kiest uiteindelijk toch voor een omtrekkende beweging; het uitzicht op het zwembad kan de 24 Ronsers niet afleiden van hun ultieme doel. Als beloning serveert de Leider een flesje Nepalese rhum; dit komt sommige Volgelingen echter duur te staan wanneer ze even later getrakteerd worden op een pittige klim, aan een pittig tempo. Vreest de Leider een achtervolging door de Geest van Reinhardstein of verkeert hijzelf in trance door de Nepalese drank? We durven het niet vragen…
Ondertussen hebben we opnieuw de besneeuwde hoogten bereikt en ploeteren we door een stukje hoogveen. Plots doemt het silhouet op van, weeral, een wellness-hotel: een fata morgana? Nee, maar de Gîte d'Etape van Ovifat ligt gelukkig vlakbij. De douches, Leffe en Achouffe, bloemkolen en frieten missen hun effect niet. We vernemen nog waarom Beernem de hoofdstad van het onafhankelijke West-Vlaanderen zal worden, maar tenslotte daalt de rust neer en krijgt het sneeuwtapijt in alle stilte een extra laag.
Op zondagmorgen staan de Ronsers al een kwartier te vroeg te trappelen in de ontbijtzaal. Misschien heeft dit te maken met de ochtendgeuren in sommige slaapkamers, maar mogelijk spelen de verwachte pistolets ook een rol. In elk geval verzamelt de Leider zijn troepen opnieuw om 9u00 en vertrekken we met frisse moed door een wit venenlandschap. Een sprookjesachtige mist hangt over het weidse plateau. De schriele bomen, slachtoffers van de brand een paar jaar geleden, zorgen voor een dramatisch effect. De Leider ziet af van zijn plan om een doorsteek door het veen te wagen wegens de hoge graad van drassigheid. 's Middags zorgt een picknickhutje voor een comfortabele lunch hoewel echte Ronsers natuurlijk kiezen voor een déjeuner sur la neige.
De namiddag wordt getekend door een vruchteloze verkenningstocht van de Leider naar een verkooppunt van gegiste dranken. In de rangen van de Volgelingen is een spreekkoor te horen: "Oh, ma chère Orval, je t'Achouffe de tout mon cœur et je me sens si Rochefort…" Fata morgana? Nee, aan de Stammtisch in Elsenborn volgt de ontlading en wordt nipt een reidans vermeden.
Wanneer ik een uurtje later in Eupen op de trein stap valt een druilerige regen. 20 km verder dwarrelen allicht opnieuw sneeuwvlokjes uit de donkere lucht…